Examples of using Zij zeggen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Zij zeggen:"Wij waren de onderdrukten op aarde.
Zij zeggen niets anders dan leugen.
Zij zeggen dat ik een politieke prediker ben.
Ik betaal en zij zeggen wat ik moet doen.
Zij zeggen: De Barmhartige heeft kinderen gebaard.
Zij zeggen dit tot u alleen om te twisten.
Zij zeggen:"God heeft beide verboden voor de ongelovigen.
Zij zeggen:"De Waarheid.
En verdraag wat zij zeggen geduldig en ga minzaam bij hen weg.
En zij zeggen dat het een perversie is.
Zij zeggen dat alles vanzelf zal gebeuren.
Zij zeggen te vechten voor hun onafhankelijkheid, hun vrijheid.
Zij zeggen dus dat hij heeft gezegd dat zij dat heeft gezegd. .
Zij zeggen dat zij van het leven houden.
Zij zeggen:"Ja zeker.
Zij zeggen dat, en ik denk dat ook.
Zij zeggen met hun mond wat niet in hun hart is.
Zij zeggen:"Ja zeker, bij onze Heer.
Zij zeggen dat het verderop niet makkelijker is om gelukkig te worden.
Dit is niet, zoals zij zeggen, een‘crisis'!