Voorbeelden van het gebruik van Zij zeggen in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Zij zeggen:" Wij horen en gehoorzamen.
En zij zeggen over God willens en wetens een leugen.
En zij zeggen:" De Erbarmer heeft zich een kind genomen.
Zij zeggen dat ze nichteriger zijn dan wij.
Zij zeggen,' Dat is nou Grunemann.
Zij zeggen:" Wee ons!
Laat wat zij zeggen jou niet bedroefd maken!
Zij zeggen dat u erg goed bent.
En zij zeggen dat als de luchtverkeersleider op het vliegveld zegt. .
Zij zeggen geen boem-boem met jou.
Zij zeggen zwarten te beaucoup.
Zij zeggen te beaucoup.
Doe wat zij zeggen.
Ik heb de zusters gesproken en zij zeggen dat je.
Hoe wil je dat de hond je begroet?" En zij zeggen.
Het is niet zoals zij zeggen.
zoon zijn hier buiten en zij zeggen ook nee.
Als jouw moeder hier was, zou zij precies hebben geweten wat zij moest zeggen.
En zij maakt een gebaar alsof zij wil zeggen: voel maar.