ZEGGEN - vertaling in Frans

dire
zeggen
vertellen
opmerken
betekenen
parler
praten
spreken
vertellen
zeggen
gesprek
affirmer
zeggen
stellen
beweren
bevestigen
verklaren
claimen
worden geclaimd
affirmeren
bewering
déclarer
verklaren
zeggen
aangeven
melden
declareren
opgeven
stellen
aangifte
rapporteren
beweren
avouer
bekennen
toegeven
zeggen
toe te geven
vertellen
opbiechten
bekend
belijden
het opbiechten
eerlijk
affirment
zeggen
stellen
beweren
bevestigen
verklaren
claimen
worden geclaimd
affirmeren
bewering
signifie
betekenen
inhouden
impliceren
betekening
paraît
lijken
klinken
verschijnen
er
overkomen
uitzien
zien
komende
disent
zeggen
vertellen
opmerken
betekenen
dit
zeggen
vertellen
opmerken
betekenen
disons
zeggen
vertellen
opmerken
betekenen
affirme
zeggen
stellen
beweren
bevestigen
verklaren
claimen
worden geclaimd
affirmeren
bewering
déclarent
verklaren
zeggen
aangeven
melden
declareren
opgeven
stellen
aangifte
rapporteren
beweren

Voorbeelden van het gebruik van Zeggen in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Maar nu zeggen ze dat ik niet mag spelen?
Mais maintenant, ils me disent que je ne peux pas jouer?
Niets zeggen over de Mets, want ik heb ze opgenomen.
Ne me dis pas le résultat du match. Je l'ai enregistré.
Als je wilt zeggen dat ik zwanger ben hebben we een probleem.
Si tu me dis que je suis enceinte, on a tous les deux un soucis.
Wil je zeggen dat Russo's bloed op het moordwapen zit?
Tu me dis que le sang de Russo est sur l'arme du crime?
Niet zeggen dat je moet als je niet moet!
Ne me dis pas que tu dois y aller quand tu ne dois pas y aller!
Ik moet zeggen, dat ik snap waarom je deze plek uitkoos.
Je dois te le dire, Sheldon, je comprends pourquoi tu as choisi cette place.
Ik kan niets zeggen omdat ik je wil beschermen.
Peut-être que je ne peux pas te le dire car j'essaye de te protéger.
Agenten die zeggen wat ik niet heb gedaan.
Des flics qui me disent ce que j'ai pas fait.
Wat wilde jij zeggen, Oscar?
Oscar, tu allais dire quoi?
Ik had 't moeten zeggen, hij is bang voor de treden.
J'aurais dû te le dire, il a probablement peur des marches.
Niets zeggen je belde een vreemde om je band te veranderen?
Ne me dis pas que tu as appelé quelqu'un pour changer ton pneu?
Ik wilde zeggen, of vragen, of wat dan ook.
Je voulais te le dire ou du moins te le demander.
Mijn advocaten zeggen dat ik moet zeggen
Mes avocats me disent que je dois dire
Ik moet dat niet zeggen maar het is waar.
Je suis pas censé te le dire, mais c'est vrai.
Boubker en Omar zeggen dat je hem wilt begraven.
Boubker et Omar, ils disent que tu veux l'enterrer.
Ik dacht dat je iets tofs zou zeggen.
Je pensais que tu allais dire que c'était cool.
Dat is de eerste keer dat ik je dat heb horen zeggen.
C'est la première fois que je t'entends dire ça.
Ik weet niet of ik het mag zeggen, maar de Nagus is.
Je ne sais pas si je devrais te le dire, mais le Nagus.
Ik wilde niet… ik wilde dit niet zeggen over de telefoon.
Je voulais pas… Je voulais pas te le dire au téléphone.
Wat? Wat wou je zeggen?
Qu'est-ce que tu allais dire?
Uitslagen: 52578, Tijd: 0.0724

Zeggen in verschillende talen

Top woordenboek queries

Nederlands - Frans