DIT - vertaling in Nederlands

• zegt
• verteld
• zeide
• spreekt
• gehoord
• beweert
• opgemerkt
• gezegd
• zei
• zeggen
• vertelt
• vertelde
• vertellen
• sprak
• gesproken
• hoorde

Voorbeelden van het gebruik van Dit in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Ceci dit que vous êtes tombé malade après avoir mangé au Kalergios Grill.
Hier staat dat u ziek werd na in Kalergios Grill te hebben gegeten.

Leur avez-vous dit qu'ils ne pouvaient pas partir?
Heb jij ze gezegd dat ze niet konden gaan?

Leur avez-vous dit qu'ils ne pouvaient pas aller voter?
Heb jij ze gezegd dat ze niet konden gaan stemmen?

Je l'ai dit, Ablemarch, Costerdane
Ik heb je gezegd, Ablemarch, Costerdane

Elle te l'a dit, ce qu'on avait fait?
Dat heeft ze toch gezegd?

Qui dit qu'elle a été mangée par un lynx?
Wie denkt dat Amy is opgegeten door een lynx?

Mon père dit que vous allez sûrement vivre sur Draylon II.
M'n pa denkt dat jullie naar Draylon 2 gaan.

Que t'a dit ton père, il n'y a pas deux minutes?
Wat heeft je vader je gezegd, nog maar twee minuten geleden?

Honnêtement, je ne leur ai pas dit où tu étais.
Eerlijk, ik heb ze niet verteld waar je bent.

Je leur ai dit que vous n'étiez pas disponible.
Ik heb ze gezegd dat je niet beschikbaar was.

Je leur ai dit où on est.
Ik heb ze gezegd waar we zijn.

Leur avez-vous dit que j'ai un petit garçon?
Heb je ze verteld dat ik een zoontje heb?

Souvenez-vous de ce que j'ai dit quand on a commencé?
Herinner je je nog wat ik je gezegd heb toen we pas begonnen?

Je te l'avais dit que tu ne me croirais pas.
Zie je? Ik heb je gezegd dat je me niet zou geloven.

Votre mère ne vous a pas dit que c'est impoli de fixer les gens?
Heeft je moeder je nooit verteld dat staren onbeleefd is?

Je pensais t'avoir dit de t'occuper de tes affaires.
Ik dacht dat ik je gezegd had dat je je met je eigen zaken moest bemoeien.

Je t'ai dit de balancer ces films de monstres bidons.
Ik dacht dat ik je gezegd had al deze monster-film rotzooi weg te gooien.

Leur avez-vous dit qui vous étiez, et pourquoi nous sommes là?
Heb je ze verteld wie we zijn en waarom we hier zijn?

Ta mère t'a dit que je n'avais pas d'argent?
Heeft je moeder je weer verteld dat ik geen geld heb?

Ma mère dit jusqu'à ce que Maya aille à la maternelle.
M'n moeder denkt totdat Maya naar de kleuterschool gaat.