Voorbeelden van het gebruik van Wil zeggen in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik denk dat je wil zeggen" Abby en ik deden het.
Wat je ook wil zeggen, dit is je kans.
Dat is het enige wat ik wil zeggen.
Je hebt twee dingen in mijn hart dat ik wil zeggen.
Zo, mensen zonder enige programmeerkennis Dat wil zeggen.
de laag volledig is ontdooid Dat wil zeggen.
Wat ik wil zeggen.
Dit is maar een inleiding, voor wat ik wil zeggen.
Wat ik wil zeggen.
Wat denkt u dat ik wil zeggen?
Is dat wat je wil zeggen?
Maar dit is niet wat Freud wil zeggen.
Dat wil zeggen dat ze erbij was!
Ik wil zeggen dat je in alle opzichten gelijk had.
Pap, ik wil zeggen dat het me spijt.
Dat wil zeggen, voor een.
Wat wil zeggen dat Benji niet gedood werd door elektrocutie.
Luister, ik wil zeggen dat het me erg spijt.
Ik wil zeggen, dat het verkeerd was om 't uit te dragen.
Dat wil zeggen dat wapens gebruikt worden voor vreedzaam gebruik.