Voorbeelden van het gebruik van Zij zeggen in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Zij zeggen,'dit is een erg belangrijk moment.
Zij zeggen:„Vrede, vrede!
Of is het waar wat zij zeggen: het huis wint altijd.
Zij zeggen: ‘Dat is niet de islam.'.
Het hangt niet af van andere mensen en wat zij zeggen of doen.
En zie, Hij spreekt openlijk en zij zeggen Hem niets.
Verheven is Allah boven hetgeen zij zeggen.
En vervolgens te luisteren naar wat zij zeggen.
Luister niet naar wat zij zeggen.
En ziet, Hij spreekt vrijmoediglijk, en zij zeggen Hem niets.
En zie, hij spreekt vrij, en zij zeggen hem niets.
Zij zeggen indien je niet een Jood bent is het niet van toepassing.
Wanneer zij zeggen: Het is in de zee.
En wat zij zeggen, is al gezegd in het Woord.
Zij zeggen: Met onze tong zullen wij de overhand hebben!
Zij zeggen twee.
Zij zeggen: ‘wie kan er dan nog gered worden?'.
Want zij zeggen: Jehova ziet ons niet,
Zij zeggen tegen het kind dat hij zonder handen met denken.