ZIJ ZOU in English translation

she would
ze dan
ze zou
ze wilde
ze had
she should
ze moeten
ze zou
ze mag
ze hoort
ze kan
dient zij
she might
ze misschien
ze wellicht
opdat zij
ze mogelijk
ze kan
ze mag
ze zal
ze waarschijnlijk
opdat ze
ze mischien
she will
ze wel
ze zullen
ze dan
ze wil
ze gaat
ze komt
wordt ze
ze doet
ze blijft
she may
ze misschien
ze wellicht
opdat zij
ze mogelijk
ze kan
ze mag
ze zal
ze waarschijnlijk
opdat ze
ze mischien

Examples of using Zij zou in Dutch and their translations into English

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Zij zou niet hoeven te wachten toch? Stacy.
She shouldn't have to wait, right? Stacy.
Zij zou hem pijn hebben gedaan.
She was gonna hurt him.
Zij zou in staat zijn om de kou te overleven.
She might be able to survive the chill.
Zij zou willen bewijzen dat je fout zit.
She will want to prove you wrong.
Zij zou jou nooit vertellen waar ze zijn.
She would never have told you where they are.
En zij zou hem neergeschoten hebben,
And she's supposed to have shot him,
Zij zou die promotie hebben gekregen.
She was going to get the promotion instead of me.
Zij zou een ticket nemen voor een andere vlucht.
She was gonna get a ticket on another flight.
En zij zou hem mij geven.
And she was supposed to give it to me.
Zij zou niet eens op 't veld mogen staan.
She should not even stand on the field.
Dat is wat zij zou willen dat je deed.
That's what she would have wanted you to do.
Zij zou zeggen dat dat past bij een verdeeld land.
She might argue a divisive campaign for a divided country.
Ik zou TV kijken en zij zou mij masseren.
I will be watching TV, she will give me a massage.
Zij zou over 10 minuten een toespraak houden.
She's supposed to give a speech in ten minutes.
Hij of zij zou willen zijn/ haar haar te wassen.
He or she may want to wash his/hers hair.
Nee, zij zou met iemand anders weglopen.
No, she was gonna run away with someone else.
Zij zou niet eens op 't veld mogen staan!
She should not be on the field!
Palmer. Zij zou daar zijn.
Palmer. She was supposed to be at the donut shop.
Zij zou onze lelijkerd worden.
She was going to be our snaggle-tooth.
Zij zou het hebben gebruikt.
She would have used it.
Results: 1294, Time: 0.0493

Word-for-word translation

Top dictionary queries

Dutch - English