ZIJ ZOU - vertaling in Duits

sie würde
ze worden
ze gaan
ze zijn
ze komen
je zult
je krijgt
sie sollte
ze moeten
zij zullen
dat ze
ze mogen
ze kunnen
laat ze
ik wil dat je
je hoeft
ze zijn bedoeld
je wordt verondersteld
sie wollte
je wilt
ga je
ze proberen
ze komen
sie könnte
u kunt
je mag
sie dürfte
u mag
je kunt
je moet
laat ze
het is toegestaan
u dient
sie soll
ze moeten
zij zullen
dat ze
ze mogen
ze kunnen
laat ze
ik wil dat je
je hoeft
ze zijn bedoeld
je wordt verondersteld
sie wird
ze worden
ze gaan
ze zijn
ze komen
je zult
je krijgt
wird sie
ze worden
ze gaan
ze zijn
ze komen
je zult
je krijgt
sie würden
ze worden
ze gaan
ze zijn
ze komen
je zult
je krijgt
ich denke sie
ik denken u

Voorbeelden van het gebruik van Zij zou in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Zij zou je onthoofden.
Sie könnte dich enthaupten lassen.
Maar zij zou je gaan helpen, toch?
Sie wollte euch auch helfen, oder?
Zij zou later zijn vrouw worden.
Sie wird später seine Frau.
En zij zou hem neergeschoten hebben,
Und sie soll ihn erschossen haben,
Zij zou ons redden.
Sie sollte uns doch retten.
Zij zou ons werk nooit in gevaar brengen.
Sie würde unsere Arbeit nie gefährden.
Waar zou ze zijn? Zij zou in.
Wo wollte sie sein? Sie wollte.
Zij zou later de vriendin van Castro worden.
Später wird sie die Freundin von Ted.
Zij zou geen profiler worden.
Sie wird nicht Profiler.
Zij zou een relatie gehad hebben met een mof.
Sie soll was mit einem Boche gehabt haben.
Ook zij zou die dag niet overleven.
Auch sie sollte den Tag nicht überleben.
Zij zou Auradon geen pijn willen doen.
Sie würde Auradon nicht verletzen wollen.
Zij zou sinds de 13e eeuw al in een noemenswaardige omvang bestaan hebben.
In nennenswertem Umfang wird sie schon im 13. Jahrhundert existiert haben.
Sona… zij zou zeggen.
Sie wird sagen.
Zij zou iets hebben gejat?
Sie soll jemanden beklaut haben?
Zij zou de jurk dragen….
Sie sollte das Kleid tragen.
Zij zou het doen.
Sie würde es tun.
Zij zou wel eens hetzelfde kunnen doen.
Sie wird wahrscheinlich das Gleiche tun.
Waar dacht hij dan dat zij zou eindigen?
Wo, dachte er, wird sie enden?
Zij zou geen president moeten zijn.
Sie sollte nicht Präsidentin sein.
Uitslagen: 349, Tijd: 0.0918

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits