COULDN'T STOP in Dutch translation

['kʊdnt stɒp]
['kʊdnt stɒp]
kon niet stoppen
can't stop
can't quit
kon niet ophouden
can't stop
niet kon tegenhouden
can't stop
not be able to stop
konden niet stoppen
couldn't stop
kon niet voorkomen
cannot prevent
cannot avoid
can't stop
niet konden tegenhouden
couldn't stop
were unable to stop
niet tegen kon houden
can't stop
not be able to stop
niet kan stoppen
can't stop
can't quit
kan niet stoppen
can't stop
can't quit
niet kan tegenhouden
can't stop
not be able to stop

Examples of using Couldn't stop in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Because you couldn't stop him.
Omdat jij hem niet tegen kon houden.
She couldn't stop crying when she told us.
Ze kon niet stoppen met huilen.
I knew I couldn't stop mario.
Ik wist dat ik Marlo niet kon tegenhouden.
But I told them they couldn't stop me.
Maar ik zei dat ze me niet konden tegenhouden.
She said she couldn't stop looking at it. The Mirror.
Ze zei dat ze niet kan stoppen met ernaar te kijken. De spiegel.
About someone named Maya. Clarke. Clarke said Jasper couldn't stop talking.
Jasper kon niet ophouden over iemand die Maya heet. Clarke.
I couldn't stop painting.
Ik kon niet stoppen met schilderen.
We couldn't stop.
We konden niet stoppen.
I told you you couldn't stop me.
Ik heb je gezegd dat je me niet kon tegenhouden.
He couldn't stop even if he wanted to.
Hij kan niet stoppen, al zou hij 't willen.
She said she couldn't stop looking at it.
Ze zei dat ze niet kan stoppen met ernaar te kijken.
But you couldn't stop talking about Kendall Jenner
Maar je kon niet ophouden over Kendall Jenner…
They couldn't stop.
Ze konden niet stoppen.
I couldn't stop her from getting killed.
Ik kon niet stoppen dat ze gedood werd.
That I didn't get there sooner, that I couldn't stop him.
Dat ik niet eerder kwam, dat ik hem niet kon tegenhouden.
I couldn't stop.
Ik kan niet stoppen.
If he couldn't stop him.
I would get home faster, if i couldn't stop the car.
Ik ben sneller thuis, als ik de auto niet kan stoppen.
I couldn't stop thinking about you.
Ik kon niet ophouden, aan je te denken.
It's like I just couldn't stop.
Ik kon niet stoppen.
Results: 431, Time: 0.0505

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch