Examples of using It time in English and their translations into Dutch
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Yes.- is it time, lass?
Is het tijd, Lass? Ja?Is it time? Yeah?
Ja. Is het zover?Is it time, lass? yes?
Is het tijd, Lass? Ja?Yeah. Is it time?
Ja. Is het zover?Is it time to steal the book,?
Is het tijd om Karen's on her way. Is it time?
Karen is onderweg. Is het zover?Is it time for a fresh approach?
Is het tijd voor een nieuwe aanpak?Karen's on her way. Is it time?
Karen is onderweg, de dokter zei niet lang meer. Is het zover?Is it time for the vaccination?
Is het tijd voor de vaccinatie?Uh, Mrs. Vistain… Is it time?
Mrs Vistain… Is het zover?Is it time for my medicine?
Is het tijd voor m'n medicijnen?Come in. Is it time?
Binnen. Is het zover?Is it time for school?
Is het tijd voor school?Oh, is it time?
Oh, is het zover?Is it time to eat the world?
Is het tijd om de wereld te verslinden?Number Six, is it time?
Nummer 6, is het zover?Is it time?
Is 't zover?Today it time for a new one.
Vandaag is het tijd voor een nieuwe.Is it time to try something different?
Is het tijd voor een keer heel anders?Isn't it time you upgraded your inventory?
Wordt het geen tijd dat u uw inventaris opwaardeert?
