NEED TO RUN in Dutch translation

• moeten uitvoeren
• moet rennen
• moet vluchten
• moet lopen
• moet weg
• moeten draaien
• moet wegrennen
• hoeft te lopen
• moet even
• moet ervandoor

Examples of using Need to run in English and their translations into Dutch

But you… you need to run.
Maar jij… jij moet rennen.

My service. I need to run.
Mijn dienst. Ik moet weg.

Izzy, you need to run. Come on.
Kom op. Je moet wegrennen, Izzy.

I need to run to the kitchen.
Ik moet even naar de keuken.

I need to run.
Ik moet ervandoor.

You have no more time so you need to run and deliver fast.
Je hebt geen tijd meer, dus u hoeft te lopen en snel leveren.

Kacee said you need to run.
Nee, je moet vluchten.

Enzo… you need to run.
Enzo… je moet rennen.

Come on. Izzy, you need to run.
Kom op. Je moet wegrennen, Izzy.

In case you need to run.
In het geval dat je moet vluchten.

Okay, you need to run.
Oké, je moet rennen.

I need to run.
Sorry, ik moet ervandoor.

No. Kacee said you need to run.
Nee, Kacee zei dat je moet vluchten.

Run! You need to run!
Rennen. Je moet rennen.

Bridgit, you need to run.
Bridgit, je moet vluchten.

You need to run! Listen!
Luister! Je moet rennen!

Listen! You need to run!
Luister! Je moet rennen!

Rebekah-- You need to run, Marcel.
Rebekah.- Je moet vluchten, Marcel.

You can't walk away. You need to run.
Niet lopen. Je moet rennen.

Kacee said you need to run. No.
Nee, Kacee zei dat je moet vluchten.