WILL TRUST in Dutch translation

• vertrouwen
• vertrouw
• geloof
• vertrouwt
• vertrouwd
• geloven
• zal toevertrouwen
• vertouw

Examples of using Will trust in English and their translations into Dutch

I hope you will trust me.
Je moet me geloven.

I will trust in you, Congressman Park.
Ik vertrouw op jou, congresman Park.

And you think you maybe you will trust him.
En je denkt: misschien kun je hem vertrouwen.

I hope you will trust us for it.
hoop ik dat je ons er op vertrouwd.

I will trust you know what's best for Kira if you will trust me with him.
Ik zal jou vertrouwen als jij mij met hem vertrouwt.

But maybe next time you will trust me.
Misschien vertrouw je me de volgende keer.

Listen, they will trust you.
Luister, ze vertrouwen je wel.

I hope you will trust us for it.
hoop ik dat u op ons vertrouwt.

I will trust you.
Ik vertrouw op u.

You will trust no one.
Je moet niemand vertrouwen.

Until you function none will trust.
Tot je functioneert. Niemand vertrouwt.

I will trust your intuition.
Ik vertrouw op je intuïtie.

So they will trust whatever he offers.
Zodat ze zijn aanbod vertrouwen.

From now on, I will trust you.
Vanaf nu vertrouw ik je.

It takes time before your parrot will trust you.
Het is best lastig om het vertrouwen van een papegaai te winnen.

I will trust you.
Ik vertrouw u.

I hope someday you will trust me.
Ik hoop dat je me ooit kunt vertrouwen.

John Jaqobis.- I will trust you.
Ik vertrouw je, John Jaqobis.

You will trust me, Margaret.
Je moet me vertrouwen, Margaret.

When I am afraid, I will trust in you.
Als ik bang ben, vertrouw ik op U.