AUFTREIBEN - vertaling in Nederlands

• vinden
• krijgen
• regelen
• komen
• zoeken
• halen
• hebben
• bij elkaar
• optrommelen
• in te zamelen

Voorbeelden van het gebruik van Auftreiben in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Ich darf das Geld für diese Reise irgendwoher auftreiben.
En ik moet dat geld ergens vandaan halen.

Tja, Reverend… könnten Ihre Jünger einen Frack auftreiben?
Nou dominee… kunt u aan een smoking komen?

Ich werde einen Richter in Ohio auftreiben.
Ik ga een rechter zoeken in Ohio.

Was Besseres konnte ich nicht auftreiben.
Dit is alles wat ik te pakken kon krijgen.

Ich muss schnell Geld auftreiben.
Ik moet snel geld regelen.

Wir müssen Josie auftreiben.
We moeten Josie vinden.

Er konnte das Geld nicht auftreiben und deswegen töteten Sie ihn.
Hij kreeg het geld niet bij elkaar en je vermoordde hem.

Mehr konnte ich innerhalb von'ner Stunde nicht auftreiben.
Hen kon ik optrommelen binnen een uur.

Jetzt muß ich zehn Neue auftreiben.
Nu moet ik tien nieuwe zoeken.

Hey, DiNozzo, denkst du, dass du etwas Kaffee auftreiben könntest?
Hé, DiNozzo, denk je dat je met wat koffie kan halen?

Mal sehen, was wir auftreiben können.
kijken waar we mee kunnen komen.

Ich muss eine Bibel auftreiben.
Ik moet een bijbel hebben.

Was du auftreiben kannst.
Wat je maar kan krijgen.

Ich musste nur die Knete auftreiben.
Ik moest eerst geld regelen.

Du musst mir jemanden auftreiben.
Je moet iemand voor me vinden.

Er wollte Geld auftreiben und, weil ich ihn mag.
Hij probeerde geld in te zamelen en ik had met hem te doen.

mal sehen, was ich auftreiben kann.
dan zal ik eens zoeken.

Wir konnten das restliche Geld nicht auftreiben.
We kregen de rest van het geld niet bij elkaar.

Wollen Sie mir sagen, dass Sie kein Geld auftreiben können?
Je wilt mij vertellen dat je niet aan geld kan komen?

Und wir hatten gehofft, dass wir das Geld auftreiben konnten.
En we hoopten dat we het geld gauw konden krijgen.