AUSGING - vertaling in Nederlands

• uitging
• ging
• was
• afliep
• opraakte
• afgelopen
• te daten
• gaat
• is uitgegaan
• doofde
• uitnam

Voorbeelden van het gebruik van Ausging in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Ich weiß, es ist verrückt, dass ich mit meinem Bruder ausging.
Ik verknalde het om mijn broer te daten.

Und ich sehe, wie das ausging.
En ik kan zien hoe dat is afgelopen.

Ja. -Othello. Wir alle wissen, wie das ausging.
Ja, we weten allemaal hoe dat afliep.

Als uns die Luft ausging. Weißt du noch, was ich vorhin sagte?
Weet je nog wat ik zei, toen de lucht opraakte?

Tommy war der Boss, als die Sonne ausging.
Tommy leidde ons toen de zon doofde.

Du kannst dir vorstellen, wie das ausging.
Je kunt je wel voorstellen hoe dat ging.

Für ihn ist er ein intellektueller, sehr gut aussehender Typ, der mit mir ausging.
Hij zag een mondaine… erg knappe man die me mee uitnam.

Als das Essen ausging.
Toen het eten op was.

Ich habe mich immer geärgert, wenn Holly ausging, um etwas zu trinken.
Ik maakte me altijd zorgen als Holly uitging.

Lass uns wissen, wie es ausging.
Laat ons weten hoe 't is afgelopen.

Wir wissen ja, wie das für Micky ausging.
En we weten hoe het met Mickey afliep.

Wir wissen ja noch, wie das ausging.
Ik weet niet wie het was.

Sara gestern Abend ausging.
Sara gisteravond uitging.

Selbst die lächerliche Geschichte, dass er im Gewand einer Nonne ausging.
Zelfs dat hij als non vermomd gaat.

Er wollte nur wissen, mit wem Voss ausging.
Hij vroeg me alleen met wie Voss uitging.

Sorry, dass es nicht so ausging, wie Sie hofften.
Het spijt me dat het niet gaat zoals je zou hopen.

Er trank zwei Flaschen Wein, bevor er ausging.
Hij dronk twee flessen wijn voor hij uitging.

lange er ein- und ausging.
hij al komt en gaat.

Das ist tatsächlich der einzige Grund, aus dem sie jemals mit jemanden ausging.
In feite, dat is de enige reden dat ze ooit uitging met iemand.

Ich bin froh, dass es gut ausging.
Ik ben blij dat je veilig bent.