BEN - vertaling in Nederlands

• ben
• ben is
• bens
• ben's
• zijn ben
• ben was

Voorbeelden van het gebruik van Ben in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Ben wurde vor sechs Monaten aus dem Dienst entlassen.
Ben was zes maanden geleden uit dienst gezet.

Du bist sicher ein guter Vater, Ben.
Jij moet een erg goeie vader zijn, Ben.

Als Matt und Ben die ersten acht Tage hier unten waren,- Wieso?- Wieso?
Waarom?- Matt en Bens eerste acht dagen?

Sarah, was meint er? Ben.
Sarah, waar heeft hij het over? -Ben.

Also… Ben… für immer weg.
Dus… Ben is voorgoed weg.

Und zu Ihrer Rechten sehen Sie Big Ben.
En rechts ziet u Big Ben.

Ben wollte Talbot Hall für immer verlassen.
Ben was vastbesloten om Talbot Hall voorgoed te verlaten.

Das ist doch kein Zufall, Ben.
Dit kan geen toeval zijn, Ben.

Gern geschehen.- Schwester Teresa hat Ben geschminkt.
Geen dank.- Zuster Teresa heeft Bens make-up gedaan.

Ben in Gefahr.
Ben is in gevaar.

Erzählen Sie mir von Frau Ben Hamid.
Vertel me over mevrouw Ben Hamid.

Ben und Emma ihr Baby taufen lassen.
En of de doop van Emma en Bens kind een voorwaarde is.

Ben hat Spielgruppe und Französisch,… Theater am Dienstag,
Ben is naar de speelzaal, heef Frans op maandag,

Das ist Ben, Izzys Dad. Wer ist das?
Wie is dat? Dit is Ben, Izzy's vader?

Ben feuert sie gerade jetzt.
Ben is haar nu aan het ontslaan.

Seid ihr der Suchtrupp für Yoni Ben David?
Is deze zoektocht voor Yoni Ben David?

Ich bin Dr. Ben Warren.
Ik ben dr. Ben Warren.

Ben, es… Es tut mir leid.
Het spijt me. Ben, ik.

Ben Fender, Dick Smith. Chris Chambers, Janice Reuben.
Chris Chambers, Janice Reuben… Ben Fender, Dick Smith.

Tante May, er hat Onkel Ben getötet.
Tante May, hij heeft oom Ben vermoord.