BOY - vertaling in Nederlands

• boy
• jongen
• boy's

Voorbeelden van het gebruik van Boy in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Er war einst ihr little boy.
Hij was ooit haar kleine jongen.

Er hat Enola und Little Boy gefunden.
Hij heeft Enola en Little Boy gevonden.

Boy? Dein Name ist Boy.
Jongen? Je naam is Jongen.

Danny Boy.
Danny boy.

Du bist nicht mein Boy.
Je bent mijn jongen niet.

Nein, ein anderer John Boy.
Nee, een andere John Boy.

Ihr wollt mich und Big Boy sehen?
Willen jullie mij en de grote jongen zien?

Ich bin nicht wie Soldier Boy.
Ik ben niet zoals Soldier Boy.

Richtig, Billy Boy.
Goed, Billy, jongen.

Aber wir müssen Boy finden.
We moeten Jongen vinden.

Ich bin ein DJ und ein Rude Boy.
Ik ben een dj en een rude boy.

Das, das uns in Meridian angriff, wo wir Boy fanden.
Die ons in Meridian aanviel toen we Jongen vonden.

Herr Javier Zornoza Boy für Gruppe II.
De heer J. ZORNOZA BOY voor groep II.

Der motor cycle boy regiert.
DE MOTORCYCLE BOY REGEERT.

Unser golden Boy gibt es nicht mehr.
Ons gouden jongetje is er niet meer.

Was wissen Sie noch über Baby Boy Bryant?
Kunt u ons vertellen wat u zich herinnert van het baby jongetje Bryant?

Was, goodman boy- Ich sage, er soll;!
Wat, Goodman jongen- ik zeg dat hij zal;!

Boy, ich würde mir das sehr gut überlegen.
Jochie… Ik zou goed nadenken over wat je doet.

Sargent hat die vorübergehende Vormundschaft, die Eltern sind tot.- Tarzans Boy!
Sargent krijgt de tijdelijke voogdij over 'n naamloze jongen, ouders dood!

Boy, ich rede mit dir!
Knul, ik heb het tegen jou!