Voorbeelden van het gebruik van Jochie in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Jochie. Het is nu jou en mij.
Daar is m'n jochie.- Ja.
Dat jochie moet naar de wc.
Zie je hier een rivier, jochie?
Ik zal je leren, jochie!
Het is maar een jochie.
Jochie, ware liefde is het belangrijkste in de wereld.
Het is goed, jochie.
Ja, ik was wat onhandig, jochie.
Hé, jochie.
Hij redde een jochie.
Hij is mijn jochie.
Maak je om mij geen zorgen, jochie.
Niet met mij, jochie.
Het is waarschijnlijk het relais, jochie.
Hé, jochie. Hoe gaat het?
Ik denk niet dat je mij begrepen hebt, jochie.
We zullen zien, jochie.
Je ziet er wat pips uit, jochie.
Ik ga eerst iets voor jou maken, jochie.