Voorbeelden van het gebruik van Jochie in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Dit jochie heeft problemen.
Jochie, ik.
En dat zegt de man die fietsen van 'n invalide jochie steelt.
Welkom, jochie.
Welkom in de echte wereld, jochie.
Denk je dat je een beveiliger kunt worden, jochie?
Oké, jochie, dit doet geen pijn.
Luister jochie, wij doen precies wat we willen.
Oh, ja, jochie. Kom op.
Dat was maar een jochie met een beetje wiet bij zich.
Waar woon je, jochie?
Blijkbaar wilde ze een man en geen jochie.
Wat is er mis met jou, jochie?
Arm jochie.
Je moet van die mobieltjes af, jochie.
Rustig, jochie. Dit spoort de oorzaak van de storing op.
Ja, jochie. Wacht.
Kom hier, jochie.
Vrouwen houden van bandieten zoals een jochie van een zwerfhond.
Dat is mijn jochie. Gimli.