Voorbeelden van het gebruik van Flamme in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Medicine
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Sie ist die Flamme.
Und die Siegerin ist… Flamme!
En de winnaar is… Zoef.Die Flamme brennt wieder.- Normal.
Normaal. De waakvlam brandt weer.Keine Sorge die Flamme wird sich weiter bewegen!
Maak je geen zorgen. Het vlammetje beweegt zich nog!Motten fliegen in eine Flamme.
Alie will die Flamme.
Das kann nicht das sein, was die Flamme Dir sagt.
Dit kan niet zijn wat de Vlam zegt.So glücklich ist Flamme ohne mich.
Nu zie ik hoe gelukkig Zoef zonder me is.Keine ehemalige Flamme wird unter meiner Aufsicht wieder entzündet.
Nicky kam zu nahe an die Flamme.
Nicky kwam te dicht bij het vuur.Wird das Update dann gestoppt? Wenn ich die Flamme entferne.
Stopt de update dan? Als ik de Ziel verwijder.aber… Ich will Flamme nicht unglücklich machen.
het moest… Ik wil Zoef niet ongelukkig maken.Ich weiß, du hast die Flamme.
Ik weet dat je de Vlam hebt.Es handelt sich um Öfen mit umgekehrter Flamme und seitlichen Feuerräumen.
Het betreft ovens met omgekeerde vlammen en vuurhaarden aan de zijkant.Von offener Flamme fernhalten.
Houd uit de buurt van open vuur.Wir müssen die Flamme aktivieren.
We moeten de Ziel ontwaken.Ich muss nur Flamme schlagen.
Ik hoef alleen maar Zoef te verslaan.Kermit und seine neue Flamme.
Kermit en z'n nieuwe vlam.Sie tun nichts, als die Flamme des Hasses anzufachen.
Zij voeden alleen de vlammen van haat voor ons.Und Bohnenstangen nährten die Flamme des Kessels.
En bonenstaken voedden het vuur onder de ketel.
