HEUL - vertaling in Nederlands

• huilen
• janken
• huil
• ween

Voorbeelden van het gebruik van Heul in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Geh nach Hause, und heul dich bei deinem Papi aus.
Ga thuis bij je papa maar huilen.

Und jetzt heul ich schon wieder.
Nu huil ik alweer.

Nimm weiter und heul weiter!
Blijf eten en huilen.

Komm, heul in meinen vollen Dickbart.
Kom, huil maar in mijn volle, dikke baard.

Jetzt heul nicht.
Niet huilen.

Heul doch nachher in der Box.
Huil straks maar als je weer in de box bent.

Heul nicht wegen einem aufgeschürften Knie! Mann, Kousei!
Kom op, Kousei. Niet huilen om een geschaafde knie!

Dann heul. Du hasst Heulsusen.
Huil dan. Daar heb je een hekel aan.

Also heul nicht.
Dus niet huilen.

Da heul ich jedes Mal.
Ik huil elke keer.

Bitte! Heul nicht, Kleine.
Alsjeblieft! Niet huilen, kleintje.

Jetzt heul ich schon wieder.
Nu huil ik alweer.

jetzt heul nicht rum.
niet huilen.

Heul vielleicht ein bisschen weil das so traurig ist.
Huil erbij omdat het zo triest is.

Dann komm und heul drinnen.
Ga mee naar binnen en huil daar.

eine Geburtstagskarte und ich heul los.
een verjaardagskaart, ik huil.

So doll heul ich nicht.
Zo hard huilde ik niet.

heul ich auch…- Dann muss ich lachen. Nicht heulen.
moet ik ook huilen. Niet huilen.

Heul dich bei deiner Mama aus.
Ga maar huilend naar je moeder thuis.

Ihr… Heul, so viel du willst.
Jongens… Huil zoveel je wilt.