Voorbeelden van het gebruik van Ween in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik ween voor u.
Ik ween niet, ik ben allergisch voor de hond.
Kom hier. Ween je nu?
Ween niet.
Lees het en ween, Cassie.
Ik ween voor het lijden van mijn volk.
Waarom ween je?
Boeren. Kijk en ween, idioten.
Ik mag niet laten zien dat ik ween.
Ik weet niet waarom ik ween.
Waarom ween je?
Hij kende het uit zijn hoofd. Ween.
Nee, jij weent, ik ween.
Waarom ween je nooit?
Zie toe en ween.
Nee, ik ween niet.
Waarom ween jij nooit?
Sta niet aan mijn graf en ween.
Ween je?- Jawel, sergeant?
Nee, ik ween.