MAKEL - vertaling in Nederlands

• gebrek
• smet
• fout
• vlek
• minpunt
• tekortkoming
• imperfecties
• stigma
• gebreken
• fouten
• foutjes

Voorbeelden van het gebruik van Makel in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Ohne unternehmerische Zwänge und Makel.
Het is vrij van bedrijfsdwang en smet.

Mit Esperanto gäbe es dieses Problem bzw. diesen Makel nicht.
Bij Esperanto speelt dit probleem of deze tekortkoming niet.

Schwester Suzanne, Sie haben Ihre Makel, aber nicht den, zu lügen.
Je hebt je gebreken, maar niet degene om te liegen. Zuster Suzanne.

Jeder von uns trägt seinen eigenen persischen Makel in sich.
Ieder van ons heeft een Perzische fout in zich.

Aber ich hatte einen Makel.
Maar ik had een gebrek.

Aber Lady Matilda duldete an der Ehre ihrer Familie keinen Makel.
Maar lady Matilda wilde geen smet op de familienaam.

Dieser Makel führt ihn zur Schuld.
Die fouten leiden hem naar schuld.

Keinerlei Makel- knittrige Knie, schiefe Zähne, so was.
Geen gebreken, klutsknieën, scheve tanden of zo.

Aber erst befreie ich dich von deinem größten Makel.
Maar eerst zal ik je genezen van je grootste fout.

Du hast also doch einen Makel.
Je hebt dan toch een gebrek.

Die Makel machen sie hübsch.
De foutjes maken ze mooier.

Ohne Makel kann man nicht betteln.
Zonder gebreken kun je niet bedelen.

Sondern die schönen Merkmale unterstreichen. Unsere Linie soll keine Makel verstecken.
Onze lijn moet je fouten niet verbergen… maar je beste delen laten stralen.

Ich fand keine Makel.
Ik vond geen fout.

Die Neugier. Sünde oder Makel?
Nieuwsgierigheid, een zonde of een gebrek.

Alle deine schlimmen Makel sind vergeben.
Al jouw vreselijke gebreken zijn je vergeven.

Aber es gibt noch Makel.
Maar er zijn foutjes.

Da haben wir was. Also, seine Makel.
Hier is iets! Zijn fouten.

Du willst mir einen Makel von Jack unter die Nase reiben.
Waardoor het uitgaat. Je wilt praten over een fout van Jack.

Wie schön, einen Makel zu finden.
Hoe leuk om een gebrek te vinden.