RAUBEN - vertaling in Nederlands

stelen
stehlen
klauen
diebstahl
nehmen
rauben
stehlt
klaust
entwenden
stiele
stängel
beroven
ausrauben
überfallen
berauben
nehmen
bestehlen
beklauen
abzocken
nemen
nehmen
treffen
ergreifen
übernehmen
machen
gehen
bringen
haben
holen
werden
overvallen
überfallen
angegriffen
raub
überraschen
ausgeraubt
raubüberfälle
überrumpelt
beraubt
raubzügen
ereilen

Voorbeelden van het gebruik van Rauben in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Du sagtest, du hast einen Ehrenkodex und würdest nie meine Stimme rauben.
Dat je nooit mijn stem zou stelen.
Und rauben.
Zum Beispiel die Verringerung Maße und Gewichte, und rauben die Karawane, die dann war.
Bijvoorbeeld het verminderen van maten en gewichten, en beroven de caravan die toen was.
Ich dachte, er wollte mir den Atem rauben.
Ik dacht dat hij m'n adem wilde stelen.
die träumen, wie Sie rauben den Knochen.
die droomt als je beroven tot op het bot.
Dass jemand den Wahlsieg rauben wollte.
Iemand wilde in ieder geval de verkiezing stelen.
Ich hab gesagt: Wir rauben kein Museum aus.
Ik zei: we beroven geen museum.
Mr. Aske, sie vernichten gar die Gemeindekirchen… und rauben ihre Schätze.
Mr Aske, ze willen onze kerken vernietigen… en hun rijkdommen stelen.
Viele Leute rauben Banken aus, aus allen möglichen Gründen.
Er zijn zoveel mensen die een bank beroven.
Und da ständig neue Leute reinkommen, kann er ewig Seelen rauben.
Met al die nieuwkomers hier, kan hij het stelen van zielen makkelijk volhouden.
Ich lasse mir nicht von einem Stromausfall den Lebensgenuss rauben.
Ik laat een black-out me niet van mijn levensstijl beroven.
Ich werde nie mit dir rauben, Papa.
Ik ga niets met je stelen, pap.
Ich musste stehlen und rauben.
Ik moest stelen en beroven.
Und seinen Schatz rauben.
En zijn schat stelen.
Du willst den Zauberhaften die Sinne rauben.
Je wilt de zintuigen van de Drie-Eenheid stelen.
Könnten Sie kommen auf die Bühne Und wir rauben Ihrer Bank.
Kunt u het podium opkomen, dan beroven we uw bank.
Shaolin Mönche rauben den Schatz und befreien die Arbeiter!
Shaolin Monniken namen de schat… en bevrijdde de vluchtelingen!
Sie rauben mich aus, Jen.
Je steelt me blind', Jen.
Kannst du Seth etwa ganz Ägypten rauben?
Kun je steelt heel Egypte Seth?
Sie rauben mir meine Arbeit, 7 Jahre meines Lebens!
U neem me zeven jaar van mijn leven af!
Uitslagen: 207, Tijd: 0.11

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands