TREU - vertaling in Nederlands

• trouw
• loyaal
• goed
• toegewijd
• trouw aan
• treu
• trouwe
• loyale

Voorbeelden van het gebruik van Treu in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Lord Rois hat dem Grünen Tal treu gedient.
Heer Royce heeft de Vallei goed gediend.

Loyal und treu.
Loyaal en toegewijd.

Ich möchte deine Frau sein und dir treu sein.
Ik zou je trouwe echtgenote willen zijn.

Aber ich werde ihm treu bleiben. Das ist ein Unglück.
Maar ik zal trouw aan hem blijven. Dat is gewoon mijn ongeluk.

Diesem Thron bin ich treu, egal wer darauf sitzt.
Ik ben loyaal aan de troon, wie er ook op zit.

Nein. Ich will ihm treu sein.
Nee, maar ik wil hem trouw zijn.

Aggo gehörte meinem Khalasar an und hat mir treu gedient.
Aggo was van mijn khalasaar. Hij heeft me goed gediend.

Er war loyal und beständig und treu.
Hij was trouw, stabiel en toegewijd.

An8}Ich habe ihm alle die Jahre treu gedient, und er hat mich nicht wahrgenommen.
Na al die jaren trouwe dienst zag hij me nog niet staan.

Der Norden ist treu und der Süden wird bald folgen.
Het noorden is loyaal en het zuiden zal binnenkort volgen.

Nur deiner eigenen Sache treu.
Alleen trouw aan je eigen zaak.

Ich bin Brian jetzt treu.
Ik ben nu trouw aan Brian.

Ihr habt meinem Vater an der Südgrenze treu gedient.
U diende mijn vader aan de zuidelijke grens goed.

festlich, treu und frei.
feestelijk, toegewijd en vrij.

Netter Ehemann, treu, keine finanziellen Probleme.
Geen financiële problemen. Lieve, trouwe man.

Er ist seiner Familie treu, nicht Afghanistan.
Hij is loyaal aan zijn familie, niet aan Afghanistan.

Ich verspreche, Euch treu zu dienen.
Ik zal u goed dienen.

Es ist ein Wunder, daß er mir noch treu ist.
Het is een wonder dat hij me nog trouw is.

Ich bin pflichtbewusst, treu.
Ik ben zorgvuldig, toegewijd.

Ich war euch all die Jahre treu, Bill.
Ik was al die jaren loyaal, Bill.