Voorbeelden van het gebruik van Loyaal in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Vandaag de dag maakt de stad haar reputatie als loyaal en nobel nog steeds waar.
Maar een Clipper hoort loyaal te zijn aan z'n baron.
Ik ben loyaal aan de troon, wie er ook op zit.
ik ben loyaal.
Loyaal echtgenoot, gerespecteerd agent.
Was je loyaal aan Joe, of de dieren?
Weet je, ze lijken me niet erg loyaal.
Het noorden is loyaal en het zuiden zal binnenkort volgen.
Ze zijn loyaal aan mij.
Iedereen hier is erg loyaal.
Loyaal, en bewakers van de teugels.
Musicus en een loyaal en nederig dienaar van de club.
Het lijkt me geen heel loyaal clubje.
Hij is loyaal aan zijn familie, niet aan Afghanistan.
Vraag je altijd af aan wie je loyaal bent.
Iedereen hier is heel loyaal, meneer.
Neem uzelf: loyaal echtgenoot, gerespecteerd agent.
En ook loyaal.
Ik was al die jaren loyaal, Bill.
Gehoorzamen zonder vragen. Loyaal tot aan UnderVerse.