CHEER - vertaling in Nederlands

• cheer
• juichen
• kop
• vrolijk
• opvrolijken
• aanmoedigen
• cheerleader
• vrolijkheid
• gejuich
• monter
• opbeuren
• cheerleading
• supporteren
• yell
• yel
• cheerleaden
• hoera
• hoeraatje
• proost

Voorbeelden van het gebruik van Cheer in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

Cheer everybody up.
Vrolijk iedereen op.

I'm in your debt. Cheer up.
Kop op. Ik sta bij je in het krijt.

Not by cheer, blood or marriage.
Niet door cheer, bloed of huwelijk.

No, but I can cheer you on.
Nee, maar ik kan je aanmoedigen.

Here… this will cheer you up!
Hier… Dit zal je wel wat opvrolijken.

They cheer for him, huh? The townsfolk cheer.
Ze juichen hem toe. De mensen juichen.

My world is filled with cheer and you, oh yeah.
Mijn wereld is gevuld met gejuich en jij, oh yeah.

The region is renowned for its hospitality, cheer and conviviality.
Gezelligheid, vrolijkheid en gastvrijheid zijn kenmerkend voor de regio.

Cheer your old dad up.
Vrolijk je pa maar op.

Cheer up Macroon.
Kop op Macroon.

After cheer practice.
Na cheerleader training.

After her suicide, Sunnybrook High disbanded the cheer squad.
Na haar zelfmoord ontbond Sunnybrook High de cheer squad.

Lynn, are you gonna come cheer on Dom today?
Lynn, kom je Dom aanmoedigen vandaag?

Certainly wish someone could cheer the Kid up.
Ik wou dat iemand de Kid kon opvrolijken.

I guess I used too much shout and cheer.
Ik denk dat ik te veel schreeuw en juichen.

How can you cheer yourself up again?
Hoe monter je jezelf dan weer op?

The cheer and playfulness of young animals.
De vrolijkheid en onbezorgdheid van jonge dieren.

Ready cheer three.
Klaar gejuich drie.

Cheer me up with your pretty color.
Vrolijk me op met je mooie kleur.

Cheer up, Joan.
Kop op, Joan.