I TALK - vertaling in Nederlands

• ik het
• ik praat
• ik spreek
• ik zeg
• ik heb
• praat
• ik vertel
• ik even
• ik lul
• een gesprek
• ik babbel
• ik wil

Voorbeelden van het gebruik van I talk in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

I talk to my turtle.
Ik spreek tegen mijn schildpad.

Step back! I talk to you!
Achteruit. Ik heb je door!

Listen, can I talk to you about something?
Luister, kan ik het met jou ergens over hebben?

Yes, I talk to her.
Ja, ik praat tegen haar.

Uh… If I talk, can you translate?
Kun je vertalen wat ik zeg?

My grandma says I talk too much. I do!
Mijn oma zegt dat ik té veel praat.

I talk about Jewish responsibility.
Ik spreek over Joodse verantwoordelijkheid.

No. Dude, I know I talk a lot of shit, okay?
Ik lul maar wat, oké? Nee, dude?

I talk about everything.
Ik vertel alles.

I talk a good game, too.
Ik heb ook een goeie babbel.

May I talk to my lawyer in private?
Mag ik even met mijn advocaat overleggen?

Should I talk to him?
Moet ik het hem al vertellen?

To Benny Berman. I talk.
Ik praat, met Benny Berman.

But I talk on and I'm forgetting your tea!
Maar ik babbel maar en vergeet je thee!

No. Dude, I know I talk a lot of shit, okay?
Nee, dude. Ik lul maar wat, oké?

I talk English.
Ik spreek ook Engels.

I talk to her about all the important parts of my life.
Ik vertel haar alle belangrijke dingen.

Can I talk to you for a second?- Patimkin.
Kan ik even met je spreken? Patimkin.

Step back! I talk to you!
Ik heb je door. Achteruit!

I talk to my heart.
Ik praat tegen m'n hart.