IMPROVISE - vertaling in Nederlands

• improviseren
• geïmproviseerd worden
• improviseer
• improviseert

Voorbeelden van het gebruik van Improvise in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

We must improvise quickly.
We moeten snel improviseren.

You adapt. You improvise.
Je improviseert, past je aan en overwint.

Okay. I will improvise.
Ik improviseer wel.-Oké.

All six walls are titanium. We improvise.
De zes muren zijn van titanium. We improviseren.

Let Bean improvise in the mop-ups.
Bean improviseert in de aanvallen, jij concentreert je op het geheel.

I will improvise. Okay.
Ik improviseer wel.-Oké.

No. We improvise.
Nee. We improviseren.

Good. You improvise.
Je improviseert. Goed.

Or sometimes I just… Improvise.- Yes.
Of soms improviseer ik gewoon.- Ja.

You cannot go improvise now.
Je kunt nu niet gaan improviseren.

Improvise. I will do my best, sir.
Improviseer maar.- Ik zal m'n best doen, meneer.

Machete improvise.
Machete improviseert.

Other times, you gotta improvise.
Andere momenten, moet je improviseren.

Improvise. I will do my best, sir.
Improviseer maar. Ik zal mijn best doen, meneer.

This is what happens when you improvise.
Dit gebeurt er als je improviseert.

Chu let me improvise.
Chu liet me improviseren.

Improvise pockets! I'm improvising!.
Ik improviseer.- Improviseer een broekzak!

It's what we do.- We will improvise.
Dat is wat we doen.- Dan improviseren we.

Yes. Or sometimes I just… improvise.
Ja, ik improviseer meestal.

We can't improvise this.
We kunnen niet improviseren.