Voorbeelden van het gebruik van It's time to go home in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
It's time to go home, Mr. President.
Het is tijd om naar huis te gaan, meneer de President.It's time to go home, Louis.
Het is tijd om naar huis te gaan, Louis.It's time to go home, PavIa.
Tijd om naar huis te gaan, Pavla.It's time to go home.
Kom, tijd om naar huis te gaan.Hey, man. It's time to go home.
Het is tijd om naar huis te gaan. Hee, man.Summer's over and it's time to go home.
De zomer is voorbij, tijd om naar huis te gaan.It's time to go home, Gwyneth.
Het is tijd om naar huis te gaan, Gwyneth.It's time to go home. Hi.
Tijd om naar huis te gaan. Hoi.It's time to go home. What?
Wat? Het is tijd om naar huis te gaan.It's time to go home, Gwyneth.
Tijd om naar huis te gaan, Gwyneth.Willy, it's time to go home.
Willy, het is tijd om naar huis te gaan.Hi. It's time to go home.
Tijd om naar huis te gaan. Hoi.At 16:30 it's time to go home again.
Tegen 16:30 is het tijd om naar huis te gaan.But now… it's time to go home.
Maar nu… is het tijd om naar huis te gaan.Now it's time to go home.
Nu is het tijd om naar huis te gaan.Your mother's right, it's time to go home.
Mama heeft gelijk. 't Is tijd om naar huis te gaan.Before you know it, it's time to go home.
Voor je Fin, it's time to go home!
Fin, is het tijd om naar huis te gaan!Then, it's time to go home.
Daarna is het tijd om naar huis te gaan.
