IT IS YOU - vertaling in Nederlands

• jij bent het
• gij zijt
• dat jij
• het ligt aan jou
• ben jij het
• jij bent 't
• jij was het

Voorbeelden van het gebruik van It is you in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

But it is you.
Maar jij bent het.

Choo-Choo, it is you!
Tjoeke, jij bent 't.

Or maybe it is you.
Of misschien ben jij het.

Gregor, it is you.
Gregor, jij bent het.

Now, it is you, my best beloved one.
Nu ben jij het, mijn allerliefste.

Rene, it is you.
René, jij bent 't.

It is you, Carol.
Jij bent het, Carol.

Even if it is you.
Zelfs al ben jij het.

It is you or it is me.
Jij bent het of ik ben het..

Perhaps it is you who will disappear.
Misschien ben jij het die zal verdwijnen.

Guthred.- What? It is you.
Guthred…- Wat? jij bent het.

Perhaps it is you.
Misschien ben jij het.

Sayid? Sayid.- It is you.
Sayid! Sayid! Jij bent het.

Or perhaps, it is you Selene.
Of misschien ben jij het.

What? Guthred. It is you.
Wat? Guthred… jij bent het.

Actually, it is you.
Eigenlijk ben jij het.

Guthred.- What? It is you.
Wat? Guthred… jij bent het.

Then it is you who is to be crowned today?
Dan ben jij het toch die gekroond zal worden?

What? Guthred. It is you.
Guthred…- Wat? jij bent het.

If anyone can find the good, it is you.
Als er iemand is die het goede kan vinden, Dan ben jij het.