Voorbeelden van het gebruik van Knock knock in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Knock knock.""Who's there?""Juliet.""Juliet who?
Klop, klop. Wie is daar? Julia?Knock knock, child services.
Klop, klop. Jeugdzorg.Knock knock you never said who's there.
Klop, klop. Je zei niet:Knock knock.- Who's there?
Shelby… klop, klop… wie is daar?Yeah, really. Knock knock.
Klop, klop. Ja, echt.Knock knock. Who are you, Lenny?
Klop, klop. Wie ben jij, Lenny?Knock knock? Of course.
Klop, klop. Natuurlijk.Knock knock. You still there?
Klop, klop. Ben je er nog?You still there? Knock knock.
Klop, klop. Ben je er nog?Knock knock! or-- blink blink.
Klop, klop… of blink, blink.Knock Knock. Tonight?
Klop, klop. Weg?Knock knock. Round please.
Rond, alstublieft. Klop, klop.Knock knock What do you want.
Wat wil je? Klop, klop.The prompt is"Knock knock.
De vraag is'Klop, klop.It's so cold down here. Knock knock.
Het is hier ijskoud. Klop, klop.Knock knock. Ooh, it's so cold down here.
Het is hier ijskoud. Klop, klop.Am I interrupting something juicy? Knock knock!
Stoor ik bij iets smeuïgs?-Klop, klop.How about this… knock knock.
Deze misschien: Klop, klop.They're gonna get… All I'm sayin… would… Knock knock. I'm.
Ze ontsna… lk bedoel alleen… Klop, klop.Knock knock! Am I interrupting something juicy?
Stoor ik bij iets smeuïgs?-Klop, klop.
