KNOCK - vertaling in Nederlands

• klop
• knock
• slaan
• te kloppen
• klap
• geklop
• gooien
• er
• zwanger
• hou
• klop je
• stoten
• neerslaan
• ram

Voorbeelden van het gebruik van Knock in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

Knock on door.
Geklop op de deur.

What is it? It will knock him out?
It will knock him out. Wat is het?

We're gonna turn ya into fish food and knock you into the ocean!
We gooien jullie in zee en voederen jullie aan de vissen!

Knock, and it shall be opened unto you.
Klop, en het zal voor je geopend worden.

You only need knock on the door.
Je hoeft maar op de deur te kloppen.

I think we're gonna knock them dead.
Ik denk dat we ze dood zullen slaan.

I will knock off a couple a hundred.
Ik zal er een paar honderd afdoen.

Knock that shit off!
Hou op met dat gezeik!

That's normal. You got quite a knock.
Het was nogal een klap.-Da's normaal.

Knock your new doctor.
Knock, de nieuwe arts.

He hears a knock at the door.
Hij hoort geklop aan de deur.

Knock and it shall be opened up to you.
Klop en het zal je geopend worden.

Somebody tries to come through the door, they knock the cans over.
Als er iemand door de deur komt gooien ze de blikjes om.

Fester Addams, I demand that you knock again!
Fester Addams, ik beveel je nogmaals te kloppen.

Yes. i never had to knock on wood.
Ik heb nooit op hout moeten slaan- Ja.

Knock me up, lock me up, and now you want to chat?
Zwanger maken, mij opsluiten en nu wil je praten?

Can you knock a board out?
Kun je er een plank uitslaan?

Kim, knock it off!
Kim hou er mee op!

You got quite a knock.- That's normal.
Het was nogal een klap.-Da's normaal.

Knock It is a great man.
Die Knock is een groot man.