LEARN THINGS - vertaling in Nederlands

[l3ːn θiŋz]
[l3ːn θiŋz]
dingen leren
learn stuff
learn things
things to teach
ontdek dingen
learn things
am finding things out
leert dingen
learn stuff
learn things
things to teach
dingen leert
learn stuff
learn things
things to teach
leer dingen
learn stuff
learn things
things to teach

Voorbeelden van het gebruik van Learn things in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Maybe back over here. You can learn things like.
Misschien hier. Je kunt dingen leren als.
You might learn things in court today. Mrs. Yang.
Mrs Yang… u zult vandaag nieuwe dingen leren.
I mean, I like steppin' outside the box and learn things new.
Ik bedoel, out of the box, nieuwe dingen leren.
Mrs. Yang, you might learn things in court today.
Mrs Yang… u zult vandaag nieuwe dingen leren.
So much, that we learn things at flight.
Zoveel, dat we leren dingen op de vlucht.
They learn things.
Ze leren dingen.
We learn things about how you work that you have never known.
Wij leren dingen over jullie, die jullie nooit hebben geweten.
That you have never known. We learn things about how you work.
Wij leren dingen over jullie, die jullie nooit hebben geweten.
And remember, none of us learn things on the first try.
En vergeet niet, niemand van ons leren dingen op de eerste proberen.
That's how I learn things.
Dat is hoe ik dingen leer.
You start with the basics, learn things that others have already figured out.
Je begint bij de basis, leert dingen die andere mensen al weten.
Learn things that will help with being an adult.
Leer dingen die je als volwassene helpen.
Learn things.
Leer dingen.
Sometimes you learn things in spite of yourself, sir.
Soms moet je dingen Ieren in weerwil van jezelf, sir.
I learn things.
Ik léér dingen.
Learn things- all day.
Dingen Ieren, de hele dag.
He can learn things quickly and know how to please his boss.
Hij kan vlug zijn gedachten lezen en weet hoe hij hem kan behagen.
Isa and Max learn things they would never have learned in school.
Isa en Max komen dingen te weten die ze op school nooit geleerd zouden hebben.
Your dad may learn things he may not want to know.
Je vader kan dingen horen die hij niet wil horen..
You learn things from stones.
Je leert iets van stenen.
Uitslagen: 75, Tijd: 0.0354

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands