NEED TO BE READY - vertaling in Nederlands

[niːd tə biː 'redi]
[niːd tə biː 'redi]
moeten klaar zijn
must be ready
need to be ready
have to be ready
should be ready
have got to be ready
gotta be ready
have to be done
have to be prepared
must be prepared
moeten klaarstaan
need to be ready
must be ready
have to be ready
should be ready
gotta be ready
have got to be ready
supposed to be ready
gotta get ready
moeten klaar staan
must be ready
need to be ready
have to be ready
need to be prepared
moeten er klaar
need to be ready
gotta be ready
must be ready
bereid moeten zijn
must be prepared
should be prepared
must be willing
have to be prepared
should be ready
need to be willing
need to be ready
be willing to go
should be willing
moet klaar zijn
must be ready
need to be ready
have to be ready
should be ready
have got to be ready
gotta be ready
have to be done
have to be prepared
must be prepared
voorbereid moeten zijn
need to be prepared
have to be prepared for
should be prepared
must be prepared for
need to be ready
wil voorbereid zijn

Voorbeelden van het gebruik van Need to be ready in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Hard. We need to be ready.
Hard. We moeten klaar staan.
No. No, I need to be ready.
Nee. Ik wil voorbereid zijn.
We need to be ready. Conference room.
Vergaderkamer. We moeten klaarstaan.
For when the investors They need to be ready arrive tomorrow.
Ze moeten klaar zijn voor de investeerders morgen.
No, I need to be ready.- No.
Nee. Ik wil voorbereid zijn.
Conference room. We need to be ready.
Vergaderkamer. We moeten klaarstaan.
I need to be ready.
But we need to be ready for the flower fair.
We moeten klaar zijn voor de bloemenbeurs.
You need to be ready.
Je moet klaar zijn.
I think we need to be ready for plan B.
We moeten klaar zijn voor plan B.
You need to be ready and willing to interact in a multicultural environment. Certificates.
U moet klaar zijn om te communiceren in een multiculturele omgeving. Certificaten.
We need to be ready to make the swap.
We moeten klaar zijn voor de wissel.
You need to be ready for whatever she might do.
Jij moet klaar zijn voor wat ze ook maar doet.
We need to be ready for the next encounter… For the sake of the crew.
We moeten klaar zijn voor de volgende ontmoeting.
I need to be ready for the bid video.
Ik moet klaar zijn voor de video.
We need to be ready for the next encounter.
We moeten klaar zijn voor de volgende ontmoeting.
You need to be ready. We're in play.
Je moet klaar zijn. We spelen.
For the next encounter. We need to be ready.
We moeten klaar zijn voor de volgende ontmoeting.
We're in play. You need to be ready.
Je moet klaar zijn. We spelen.
We need to be ready.
We moeten klaar zijn voor wat volgt.
Uitslagen: 116, Tijd: 0.0608

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands