Voorbeelden van het gebruik van Need to tell you something in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Listen, I need to tell you something.
Bex, I need to tell you something.
I need to tell you something before they send me to my seat.
Ik moet je iets zeggen, voor ik naar m'n stoel Mr. LaRusso, I need to tell you something.
Mr LaRusso, ik moet je iets vertellen.No. I need to tell you something.
Nee, ik moet je iets zeggen.Hey, Ru. I need to tell you something.
Hé, Ru. Ik moet je iets vertellen.It's just… I need to tell you something.
Het is alleen… ik moet je iets zeggen.With Connor. I need to tell you something.
Met Connor. Ik moet je iets vertellen.Yes.- Toussaint?- I need to tell you something.
Toussaint!- Ja?- Ik moet je iets zeggen.How? I need to tell you something.
Hoe?- Ik moet je iets vertellen.No. Skye, I need to tell you something.
Nee. Skye, ik moet je iets vertellen.No, wait. I need to tell you something.
Nee, wacht. Ik moet je iets vertellen.But, Jay, I need to tell you something.
Maar, Jay, ik moet je iets vertellen.Mother please, I need to tell you something.
Moeder alsjeblieft. Ik moet je iets vertellen.I think I need to tell you something.
Ik denk dat ik je iets moet vertellen… Houd Lorelai, we need to tell you something.
Lorelai, we moeten je iets zeggen.I feel like I need to tell you something. I'm sorry.
Ik heb het gevoel, dat ik je iets moet vertellen. Het spijt me.I need to tell you something.
Ik moest je iets vertellen.Because I need to tell you something.
Omdat ik je iets moet vertellen.I-I, uh, I think I need to tell you something.
Ik denk dat ik je iets moet vertellen.
