TELL - vertaling in Nederlands

• vertellen
• zeggen
• vertel het
• tell
• zeg
• vertel
• vertelt
• zegt
• verteld
• zei

Voorbeelden van het gebruik van Tell in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

Tell my wife and daughter I love them.
Zeg m'n vrouw en dochter dat ik van ze hou.

Yeah, I will tell the lieutenant.
Ja, ik zal het de luitenant vertellen.

I hope you tell her that I inquired about her.
Ik hoop dat je haar zegt dat ik naar haar informeerde.

Bonnie! No, you tell her!
Nee, jij vertelt het haar.-Bonnie!

I tell my wife everything. yes.
Ja. Ik vertel mijn vrouw alles.

and I can tell you.
en ik kan je zeggen.

Yes, sir. tell me, please.
Ja, sir. Vertel het me, alstublieft.

Tell and Schankowitz.
Tell en Schankowitz.

Tell Chris I did it. Please, Travis.
Zeg Chris dat ik het heb gedaan. Alsjeblieft, Travis.

I have to tell you.- No, sir.
Nee, sir. Ik moet het u vertellen.

Now, you tell me what you know.
En nu zegt u tegen mij wat u weet.

Please tell me the truth.
Vertelt u me alstublieft… de waarheid.

I had to tell my date I got food poisoning.
Ik heb m'n date verteld dat ik voedselvergiftiging heb.

I tell you everything about my family. Not really.
Ik vertel u alles over m'n gezin. Niet echt.

I will tell my father.
Ik zal het m'n vader zeggen.

Harper, tell me. Harper?
Harper. Vertel het me. Harper?

You have a tell inside the fake tell..
Jij hebt een tell in de nep-tell.

Tell Jules I love her! Frank!
Zeg Jules dat ik van haar hou. Frank!

He will tell you in detail sometime.
Hij zal het u ooit in detail vertellen.

Please tell your brother that I'm--.
Zegt u alstublieft tegen uw broer dat ik.