Voorbeelden van het gebruik van Not knowing in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Not knowing how close the truth is.
Not knowing what was happening.
It's not knowing how or why.
Het is niet weten hoe of waarom.Not knowing the Prime Minister's name's not a capital offence.
I think I was happier not knowing.
Not knowing where the trip was going to.
Niet wetend waar de reis eindigen zou.You not knowing how to apply eyeliner?
Dat je niet weet hoe je mascara moet aanbrengen?Not knowing if you will ever see them again.
Niet wetende of je ze ooit weer zult zien.Not knowing who you really are.
Niet weten wie je echt bent.Because not knowing that, is your crime.
Want dat niet kennen is jouw misdaad.Always believed you would be happier not knowing.
Ik… heb altijd gedacht… dat je gelukkiger zou zijn als je het niet wist.Imagine not knowing if he would ever come back.
Stel je voor, niet wetend of hij ooit terugkeert.Your not knowing the reason doesn't mean there isn't one.
You like your mother not knowing where you live?
Dat je moeder niet weet waar je woont?Not knowing if you're coming home.
Niet wetende of je weer thuiskomt.Not knowing his whereabouts.- About what?
Niet weten waar hij is. Over wat?Other men, not knowing me, will find me hard to understand.
Mensen die me niet kennen, zullen me nauwelijks begrijpen.I was much happier not knowing.
Ik was gelukkiger toen ik het niet wist.Not knowing where the window was, the door.
Niet wetend, waar het raam was, de deur.Lambert not knowing about me's at least one tactical advantage.
Dat Lambert me niet kent is minstens één tactisch voordeel.
