AMUSER - vertaling in Nederlands

vermaken
amuser
divertir
de divertissement
distraire
distractions
amuseren
amuser
divertir
plezier
plaisir
faveur
amusement
joie
s'amuser
amusant
fun
divertissement
profitez
jouissance
uitleven
défouler
amuser
dépenser
profiter
éclatent
adonner
plezier hebben
avoir du plaisir
s'amuser
spelen
jouer
jeu
plezier maken
s'amuser
se faire plaisir
faire la fête
genieten
profiter
apprécier
déguster
savourer
admirer
plaisir
adorer
goûter
siroter
bénéficient
lol
plaisir
fun
service
s'amuser
-moi une faveur
pour rigoler
mdr
pour se marrer
leuk
amusant
agréable
bien
sympa
drôle
mignon
content
marrant
plaisir
bon
naar zin te hebben

Voorbeelden van het gebruik van Amuser in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
possible pour pouvoir vous amuser davantage.
zodat je meer kunt genieten.
Amuser les amis n'apporte rien.
Niet om wat lol met een vriend.
T'as envie de t'amuser, Fiona?
Wil je plezier maken, Fiona?
Je vais m'amuser avec lui avant.
Ik zal eerst met hem spelen.
Mais ce soir, tu vas t'amuser.
Maar vanavond ga je plezier hebben.
Combien vous allez vous amuser en leur tirant dessus avec leur propre jouets.
Hoe leuk U bent zult moeten schieten met hun eigen speelgoed.
Est-ce? Est-ce que tu viens juste t'amuser? Est-ce juste du sexe?
Heb je gewoon lol is het gewoon sex?
Allons-nous amuser.
Laten we plezier maken.
Tu veux t'amuser avec moi?".
Wil je met mij spelen?".
Tu veux t'amuser?
Wil je wat plezier hebben?
Tu n'as pas l'air de t'amuser.
Je lijkt het niet naar je zin te hebben.
Ce qui peut l'amuser pourrait me mettre en danger.
Wat leuk kan zijn voor haar, kan riskant zijn voor mij.
Que direz-vous d'aller nous amuser?
Laten we wat lol gaan maken,?
Maintenant nous pouvons nous amuser!
Nu kunnen we plezier maken.
On ne fait que s'amuser.
We zijn gewoon aan het spelen.
Laisse moi m'amuser.
Laat me wat plezier hebben.
Toi essayes de bien t'amuser ici.
Probeer het naar je zin te hebben hier.
On ne peut s'amuser à une fête quand on est congestionné.
Je kunt het niet leuk hebben op een feestje als je verstopt zit.
Taffy, chérie, je vais m'amuser avec toi ce soir.
Taffy, liefje, ik ga vannacht lol met je beleven.
Sortons nous amuser!
We gaan wat plezier maken.
Uitslagen: 422, Tijd: 0.2923

Top woordenboek queries

Frans - Nederlands