COMPTER SUR TOI - vertaling in Nederlands

• op je rekenen
• je vertrouwen

Voorbeelden van het gebruik van Compter sur toi in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Si je pouvais compter sur toi Ciel laiteux.
Als ik kan rekenen op jou Oh, karnemelk hemel.

Je peux toujours compter sur toi. Tu ne dis jamais non.
Ik kan altijd op jou rekenen, jij zegt nooit nee.

On peut toujours compter sur toi pour que tu fasses ton truc?
Ik kan altijd op jou rekenen dat je je ding doet, weet je?

Je peux compter sur toi pour les distribuer?
Kan ik op jou rekenen om ze te verdelen?

Je peux compter sur toi?
Kan ik op je rekenen of niet?

Je peux compter sur toi?
Dus kan ik op jou rekenen?

Je peux compter sur toi?
Kan ik jou vertrouwen?

Je peux compter sur toi?
Kan ik erop rekenen dat je meespeelt?

Je peux toujours compter sur toi, Hermann.
Ik kan altijd op jou rekenen voor een peptalk.

Je peux compter sur toi?
Kan ik op jou rekenen?

Puis-je compter sur toi?
Kan ik op je rekenen, Hank?

Peut-on compter sur toi?
Kunnen we rekenen op jouw steun?

Je peux compter sur toi.
Ik kan altijd op je rekenen, Charlie.

Ça veut dire beaucoup pour moi de savoir que je peux compter sur toi.
Het betekent veel voor mij dat ik op jou rekenen kan.

Je savais que je pouvais compter sur toi!
Ik wist dat ik op je kon rekenen. Hou van jou.

Je peux compter sur toi.
En daar kan ik op rekenen.

Mais je veux savoir si elle peut compter sur toi.
Maar ik moet je kunnen vertrouwen.

Je ne peux pas compter sur toi.
Ik kan niet op jou rekenen.

On peut vraiment pas compter sur toi.
Op jou kun je echt niet rekenen.

J'ai toujours pu compter sur toi.
Ik kon altijd op jou rekenen.