COPAINS - vertaling in Nederlands

• vrienden
• jongens
• maatjes
• makkers
• pals
• buddies
• buddy's
• trawanten
• copains
• vriendjes
• vriend
• maten
• vriendje

Voorbeelden van het gebruik van Copains in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Moi qui ne rêvais que de jouer au racquetball avec les copains.
Het enige dat ik wou doen was racquetball spelen met de jongens.

Bienvenue, les copains.
Welkom thuis, Buddy's.

Venez, les copains.
Kom maar, maatjes.

C'est un de tes copains?
Is hij een vriend van jou?

Est-ce que ça t'ennuie si les copains restent ici?
Is het goed als de jongens hier blijven?

Newman. Ils sont copains.
Z'n vriend Newman.

Copains, vous et moi.
Maten, jij en ik.

Quand je m'en mets l'après-midi pour sortir avec les copains.
S Middags als ik 't opdoe voor ik met de jongens.

Blonde, jolie, ses copains grimpent dans ma chambre par erreur.
Blond, mooi haar vriendje klimt soms per ongeluk door mijn raam binnen.

C'est un de tes copains?
Is hij 'n vriend van je?

Compris, vous êtes copains.
Ik begrijp het, jullie zijn maten.

Je suis avec les copains.
Ik ben bij de jongens.

Quand? Un jour, où on faisait les cons avec quelques copains.
Toen ik met een vriendje rotzooide toen er niemand thuis was.

Je croyais qu'on était copains!
Ik ben je vriend.

Le FBI a fait des recherches de routine sur tous les copains de Nash.
De FBI deed enkele routine opzoekingen naar alle maten van Nash.

J'étais avec les copains.
Ik was met de jongens uit.

Copains perdus, puis retrouvés après un grave accident diplomatique: Un.
Vriendje verloren en teruggevonden, na groot diplomatiek incident… één.

Oui, certainement, mais vos copains vont devoir partir.
Ja, maar je vriend moet weg.

Une affaire et un verre ensemble ne font pas de nous des copains.
Een gedeelde zaak en een drankje maken ons nog geen maten.

Peut-être que les copains ont raison.
Misschien hebben die jongens gelijk.