DIVORCER - vertaling in Nederlands

• scheiden
• scheiding
• echtscheiding
• van scheiden
• razvesti
• gescheiden
• scheidt

Voorbeelden van het gebruik van Divorcer in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Il s'est remarié en 1976 mais a fini par divorcer.
Hij hertrouwde in 1976, maar scheidde later.

Les Américains aiment divorcer.
Amerikanen scheiden graag.

Divorcer, oui.
Scheiden, ja.

Tu vas divorcer et embarquer ses gosses?
Ga je van hem scheiden en neem je hem z'n kinderen af?

Il veut divorcer.
Hij wil van mij scheiden.

Je suis sûre que… Divorcer de George… ce serait facile.
Ik kan je verzekeren dat scheiden van George het makkelijkste gedeelte is.

Mes parents viennent de divorcer.
Mijn ouders zijn pas gescheiden.

Je n'aime pas divorcer.
Ik vind scheiden niet leuk.

Allez vous divorcer?
Ga je van hem scheiden?

Je viens de divorcer et je fréquente quelqu'un de bien plus jeune que moi.
Ik ben net gescheiden en mijn nieuwe vriend is veel jonger dan ik.

C'est pour ça que maman et moi allons divorcer.
Dus dat is de reden waarom ik en mama gaan scheiden.

Ce matin tu voulais me divorcer.
Vanmorgen wilde je van me scheiden.

Pourquoi ne pas divorcer?
U kunt scheiden.

Mon père veut divorcer.
Mijn vader wil scheiden.

maintenant tu veux divorcer.
nu wil je van hem scheiden.

On a décidé de divorcer.
We besloten te gaan scheiden.

Mes parents vont divorcer.
Mijn ouders gaan scheiden.

Il ne voudra jamais divorcer.
Hij wil niet van mij scheiden.

Je veux divorcer pour pouvoir l'épouser.
Ik wil van je scheiden en met hem trouwen.

Et je ne veux pas divorcer.
En ik wil absoluut niet scheiden.