Voorbeelden van het gebruik van Enseignez in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Depuis quand enseignez-vous dans la région?
Hoe lang onderwijst u al in dit district?Donc vous enseignez?
Je geeft les?Vous enseignez quoi exactement?
Wat onderwijst u precies?Enseignez-moi.
Leer mij op.Vous enseignez le surf ici?
Je onderwijst hier surfen?Pourquoi enseignez-vous l'espagnol?
Vous lui enseignez aussi ce qu'est la Vérité.
En je onderwijst hem ook de waarheid.Vous enseignez vos gosses au sujet de l'importance de la nutrition, droite?
U onderwijst uw jonge geitjes over het belang van voeding, recht?Qu'enseignez-vous?
Quand vous enseignez le modèle il est important de souligner.
Wanneer u de stijl onderwijst is het belangrijk om te onderstrepen.Vous enseignez,?
U bent lerares?Pourquoi ne lui enseignez-vous pas?
Waarom onderwijst u haar niet?Qu'enseignez-vous ce soir?
Welk vak geeft u vanavond?Vous enseignez l'écriture de fiction?
Je onderwijst het schrijven van fictie,?Enseignez l'alphabet à votre enfant.
Leer je kind het alfabet.Enseignez à vos enfants de ne pas parler aux étrangers en ligne.
Leer uw kinderen niet met vreemden online te praten.Qu'enseignez-vous, Héléna?
Enseignez à votre chaton comment jouer doucement.
Leer je kitten hoe je zachtjes moet spelen.Enseignez à vos enfants ce qui donne du courage à quelqu'un.
Leer je kinderen wat iemand echt moedig maakt.
