MARK - vertaling in Nederlands

• mark
• marks
• mark's
• marken

Voorbeelden van het gebruik van Mark in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Donnez vos articles à Mark et informez-le avant de partir.
Draag je werk over aan Mark voordat je weggaat.

Mark, j'ai l'impression que… tu as peur de moi?
Marcus, waarom krijg ik het gevoel… dat je bang voor me bent?

Elle ne quittera pas Mark en pleine rééducation. Trop de culpabilité.
Ze gaat echt niet bij Mark weg tijdens z'n revalidatie.

Mark, il y a quelqu'un dehors.
Mark, Mark, er is iemand buiten.

Mark. Comment va votre tête?
Marc, hoe is het met je hoofd?

C'est Mark, laissez un message,
Met Mark. Spreek in,

Pas besoin de dire, j'étais surprise de voir Mark avec Cindy.
Ik was nogal verbaasd om Mark met Cindy te zien.

John Mark ministères est totalement pris en charge par les dons de nos amis.
Johannes Marcus ministeries wordt volledig ondersteund door de donaties van onze vrienden.

Et Mark, tu crois qu'il va le supporter?
En hoe zit het met Mark? Denk je dat hij het aankan?

Mark vous a donné un tip: Bouquet de fleurs.
Nicknash heeft jou een tip gegeven: Rode roos.

Mark la couture latérale d'un lieu pour ouvrir la fermeture éclair.
Markeer de zijnaad van een plaats voor het openen van de rits.

John Mark ministères est un«ministère de la foi» dépend de dons.
Johannes Marcus Ministries is een'geloof ministerie' afhankelijk van donaties.

Le mark 100.000 a été passé la première fois pendant la concurrence 1926.
Teken 100.000 werd eerst overgegaan tijdens de concurrentie van 1926.

Mark vos trois priorités pour la journée.
Markeer uw top drie prioriteiten voor de dag.

Mark sur la partition que vous souhaitez récupérer.
Markering op de partitie die u wilt herstellen.

Mark la ligne désirée
Markeer de gewenste lijn

Dites-lui que c'est Mark Boudreau.
Zeg dat het Mark Boudreau is.

Mark le propriétaire a fait la réservation….
Markeer de eigenaar maakte de boeking….

Voici mark 7-G, la machine qui vous remplace.
Maak kennis met mark 7-G, de machine wie het vervangen van je.

Mark, vous l'avez mérité.
Mark, Mark, dat heb je verdiend.