UN VIRUS - vertaling in Nederlands

• een virus
• een computervirus
• n virus

Voorbeelden van het gebruik van Un virus in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Un virus se propage.
Het virus blijft zich verspreiden.

La division a un virus dans son réseau.
De divisie heeft een worm in zijn netwerk.

La maladie est causée par un virus qui provient d'Amérique du Sud.
De ziekte wordt veroorzaakt door een pokkenvirus dat oorspronkelijk voorkwam in Zuid-Amerika.

Cependant, supprimer un virus d'une clé USB n'est pas impossible.
Het verwijderen van een virus uit een pen drive is echter niet onmogelijk.

Les cookies ne peuvent diffuser un virus ni endommager l'ordinateur.
Cookies kunnen geen virussen verspreiden en kunnen geen schade aan uw computer toebrengen.

Un virus peut rester en sommeil longtemps.
Virussen kunnen lange perioden sluimeren.

Est-ce que ce créer un virus sur mon ordinateur?
Zal dit zorgen voor een virus op mijn computer?

Nous avons conçu un virus pour ramasser des nanotubes de carbone.
We sleutelden aan een virus om het koolstof nanobuisjes te laten opnemen.

ClamWin est un virus pour Windows XP
ClamWin is een virus-vrij voor Windows XP

Comme c'est un virus, les antibiotiques sont complètement inutiles.
Aangezien het om een virus gaat, zijn antibiotica totaal nutteloos.

Non pas comme un virus, mais comme la guerre de Troie.
Niet het virus, maar zoals in de Trojaanse oorlog.

Un virus appelé Bianca.
Het virus Bianca.

Ça pourrait être un virus?
Kan het door een virus komen?

On dirait un virus.
Het lijkt op een virus.

Elle a contracté un virus rare pendant sa tournée du Tiers Monde.
Aan 'n zeldzaam virus dat ze opliep tijdens haar tour in de Derde Wereld.

Ils disent que c'est un virus qu'elle aurait attrapé en Chine.
Nu zeggen ze dat ze het virus in China heeft opgelopen.

C'est peut-être un microbe, un virus, un parasite, un champignon.
Het kan micro-organisch zijn, viraal, een parasiet… schimmel.

Créer un virus et préparer une attaque.
Maak malware en bereid een aanval voor.

Vous êtes infectés avec un virus vivant.
Je bent geïnfecteerd met levende virussen.

il faut un virus vivant.
Levende virussen.