Voorbeelden van het gebruik van Commanderen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
En Rick, laat je niet te veel commanderen.
Ze kunnen me niet commanderen.
Niets gaf Buttercup meer plezier dan Wesley rond commanderen. Dank u.
Maar hoe gaat hij dat doen? Hij gaat natuurlijk justice commanderen.
Ray Wyatt is niet het type dat zich laat commanderen.
Je mag me niet commanderen.
Buttercup deed niets liever dan Westley commanderen.
Ik laat me door niemand commanderen.
Dus jij mag ze commanderen?
U kunt me niet commanderen.
Instinctief gaan ouders hun kinderen commanderen.
Laat ze je niet commanderen.
Jij commandeert ons niet. Wij commanderen jou.
Sinds wanneer kun je mij commanderen?
Ze kunnen me niet commanderen.
Mag ik je commanderen?
Jullie kunnen ons niet commanderen.
Ik kan je niet commanderen.
Ik ben geen voorman in je fabriek die je kunt commanderen.
Je wilt liever mensen commanderen.