Voorbeelden van het gebruik van De persoon in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
De persoon over wie ik het had, uit het Q-ContinuÜm.
Waar? Wanneer? Jij, jij bent de enige persoon in Gotham City die de traditionele Mohican groet kent.
Hij ontmoet de persoon op dit moment.
wij weten is het de enige persoon die wakker is op dat moment.
Zij is mogelijk de laatste persoon die hem heeft gezien.
Dat was de vijftiende persoon die Marc Aiken kent.
Wat als de persoon in kwestie hier is? Sandra, jouw beurt?
waarom ik de beste persoon ben.
En de andere persoon is.
Jack was niet de makkelijkste persoon.
Ik neem aan dat u ons naar de persoon brengt die voor uw verraad heeft betaald?
Maar dat lukt me niet. Ik wil de persoon zijn die jij wilt.
Dat de persoon die u aanwees niet de verdachte is? Zou het u verrassen, Mr Harkness.
Hij vond zich de slechtste persoon ter wereld.
Jij bent de slimste persoon in die zaal.
De juiste persoon, verkeerde moment.
De vierde persoon, denk ik.
Noah Solloway? Wat zou jouw beschrijving zijn van de persoon.
De persoon die me dit aandoet.
De ene persoon die altijd de waarheid van de misdaad ontdekt. De'bloedman.