Voorbeelden van het gebruik van Doceert in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Mr Graham doceert aan de academie.
Wat doceert ze?
Zij doceert yoga, als je ooit wilt.- Namaste.
Hij doceert Spaans en literatuur in het buitenland.
Hij doceert wetkennis in Berkley.
Nee, hij doceert nu.
Mr Graham doceert aan de academie.
Astrofysica. Hij doceert.
Hij doceert aan de Temple?
En hebt een boek over de moderne economie geschreven? Je doceert economie op Harvard.
De robot die menselijkheid doceert.
Hij is Dr Johnson-specialist, zij doceert Boswell.
Ook de vader van m'n zoon doceert aan de universiteit.
Wat u doceert is geen filosofie.
Doceert u aan de universiteit?
Je doceert slechts één klas, correct?
Hij doceert ook aan de Schola Cantorum Basiliensis.
Als je geen geschiedenis doceert… word je weer geschiedenis.
Je doceert maar één vak.
Je doceert literatuur en begrijpt niks van de cineast Rohmer?