Voorbeelden van het gebruik van Dominee in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ze sleepten de Dominee mee naar de Grootmoeder.
Onze jonge dominee is een alcoholist. Alcoholisten Anoniem.
Dominee Anna als je naar m'n kerk gaat.
De dominee denkt: Wat heb ik gezegd?
Als Pagan of dominee, duivel of engel?
Mijn vader was een dominee.
Dus dominee Nietzsche heeft aids.
Dominee. We moeten gaan.
Dominee James wordt onze nieuwe koordirigent.
Dominee Malcolm zegt
De dominee kwam Merrylegs halen.
Dominee Randy, ik ben Tyler.
Dat is de dominee en Miss Robinson.
Onze dominee is een goede man.
Mijn vader was een dominee.
Zegen mij, dominee, voor mijn zonden.
Dominee, u vindt de Bijbel erg belangrijk.
Zeg jij eens waarom we dominee John niet om hulp kunnen vragen.- James?
Dominee Stannington? Hij was onze betovergrootvader.
Mijn vader was een dominee, dus we baden heel erg veel.