Voorbeelden van het gebruik van Eet iets in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Eet iets. Het wordt koud.
Ga niet weg. Eet iets.
Eet iets, mijn kind.
Kom Becca, eet iets.
Eet iets. Nee.
Blijf, eet iets.
Eet iets. Het gaat best.
Eet iets in godesnaam.
Ik heb geen honger! Eet iets.
Waarom houd je niet op met drinken en eet iets?
Hier. Eet iets.
Hier, eet iets.-Bedankt.
Ga zitten, eet iets… en ik zal je naar Back Bay brengen, oké?
Nee.- Eet iets.
Wij vinden het ook stom dat je daar zit. Eet iets.
Linda, eet iets.
Sigaret. Eet iets.
Ga naar huis en eet iets.
Alsjeblieft. Eet iets.
Alsjeblieft. Eet iets.