Voorbeelden van het gebruik van Fin in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik ben Fin Arvin.
We gaan, Fin.
dokter?- Dokter Fin.
We vinden ze wel, Fin.
We bellen haar, Fin.
Einde. El Fin.
Nee, een Rus. Een Fin?
In deze fin de siècle twijfelt Europa aan zichzelf.
Aan het fin de visite, een gratis proeverij van onze producten zullen worden aangeboden.
Lannoo and Voleš CESE 21/2012 fin wzg.
Wat weet jij van de Fin?
Een Fin zal zogezegd in de Grieks-Cyprische deelstaat meer rechten hebben
Als Fin heb ik speciale belangstelling voor de situatie van de werknemers,
Ik heb in feite voor dit verslag gestemd als Europeaan, als Fin en als lid van de Finse Centrumpartij,
Als Fin, niet noodzakelijkerwijs
In het najaar van 1998 begonnen de Fin Jari Kuosma
Het Comité van de Regio's leverde met zijn advies van 16 juni 1997 een bijdrage aan het debat over het Groenboek CDR 81/97 fin.
Ik vraag excuus dat ik Fin ben, maar toch ben ik blij
Fin Kimi Raikkonen,
Ik meen uit hetgeen de heer Pasty ter ondersteuning van kleine delegaties gezegd heeft te mogen opmaken dat hij en zijn fractie onze Fin voor het ambt van quaestor zullen steunen.